Suriname
12
januari kennis maken met Suriname
18
januari Bezoek aan het binnenland
25
januari Regen, Domburg, regen, pendulum, regen, in
stempel, dag trip, regen, half jaar onderweg, regen
29
januari Op de Cottica rivier
5
februari "Terug"
naar Wageningen
9 februari Wandelen met
de huurauto
15 februari Laatste week
in Suriname
(Wouter) Maandagochtend werd ik wakker van het geroep van de Grietjebie ! Verder hoorde ik nog veel meer vogels luidkeels roepen, zag een overdaad aan groen op de kant, het bruine rivierwater en verder de rivier op Paramaribo liggen. Het is even wennen aan het idee dat we er echt zijn. We werden geroepen door de Happy Monster die ook ging ankeren. Zij lagen samen met de Sepia in de stad aan palen maar zijn toch hier terug gekomen. Het was hier veiliger en rustiger om je boot achter te laten.
We pompten de bijboot op, hingen
de bb-motor er aan en brachten in 2 ritten de fietsen naar de steiger waar we
voor lagen. Op de fiets gingen we richting de stad. We slingerden erg tijdens
het fietsen. Het was wennen op de fiets en tergelijkertijd keken we onze ogen
uit. Het verkeer toetert om alles en je reed door dat alles vaak de greppel
in.
We kochten voor 10 Euro een kaart van Suriname met plattegrond van Paramaribo
bij een niet officieel VVV. We waren op zoek naar de vreemdelingen dienst aan
de Coppenamestraat. Na lang fiesten in de warmte vroeg ik aan politie of we
nog de goede kant op gingen. "Die zijn al gesloten". Dan maar terug
naar de boot.
Ik verbaasde me over het drukke verkeer. Ik dacht dat de brandstof prijzen zo
duur waren geworden. Ook de vele mooie houten panden die erg verwaarloosd staan
te schreeuwen om een laag verf. Echt zonde. De slechte toestand van de wegen
met gaten en putten zonder deksels. Het kan en moet beter hier.
's Avonds gingen we Roti eten met de Frank en Marijke van de Sepia. Ook maakte ik een afspraak met Bob voor dinsdag om elkaar te ontmoeten. Terug bij de steiger na het eten lagen onze bijboten droog op de modder tijdens laagwater. Gelukkig was Hans van de Happy Monster jarig en dronken we wat bij een grote chinees op zijn gezondheid. Gezellig werd het laat na de vele oversteek verhalen en konden we naar onze boten varen.
Dinsdag zaten we samen met de Sepia en de Happy Monster te wachten op het Ministerie van Buitenlandse zaken voor het aanvragen van een visum. Opvallend veel Aziaten wachten ook op hun visum. De ochtend is voor het inleveren van papieren en na de middag is het afhalen. Gelukkig kon ik een formulier tussendoor krijgen wat ons een dag scheelde. s 'Middags hadden we een heel mooi visum voor 30 Dollar p/p. Nu nog een in-stempel halen bij de Militaire Politie. Maar daar blijkt dat, omdat we per boot zijn gekomen, we bij de vreemdelingendienst moeten zijn op de Coppenamestraat. Dat doen we een andere keer maar.
Zaten we een broodje te eten naast Fort Zeelandia zag ik een jongen op een bankje zitten aan de waterkant. Als die weg gaat gaan we daar zitten, dacht ik. Later zie ik de jongen op een vreemde manier mobiel bellen. Stond op en deed zijn horloge en armbanden af en liep richting het water. Dat ging niet goed. Met mijn mond nog vol en een broodje in mijn handen rende ik naar hem toe en sprak ik de jongen aan. Heftig emotioneel stond hij op het punt een einde te maken aan zijn leven. Na veel overtuiging kreeg ik hem uit het water en begon hij wat te praten. Zojuist had hij gehoord dat zijn vriendin 2 weken geleden door haar vader was vermoord. "Ik ben Hindoestaan en zij is Javaanse, dat moet toch niet uitmaken, we houden gewoon van elkaar". Ook blijkt dat de vader bij de politie werkt. Ik probeerde hem te overtuigen daar dan helemaal werk van te maken en naar de hoogste baas te gaan. Beter sterven in het harnas voor gerechtigheid dan op deze manier. Ik liet hem met rust. Iets later toonde hij op afstand zijn duim omhoog en liep richting de stad.
Om 17:00 uur pikte Bob ons op bij
het hek van de steiger. We praten veel over vroeger. Bob toerde ons een beetje
door de stad en bracht hij ons via een kustweg naar het strand. Daar zagen we
nog het smeulen van een Hindoestaanse crematie. Geen urn of andere herinneringen
worden bewaard, alles wordt later weg gespoeld richting zee. We zagen leguanen
in bomen, veel fruitbomen, Surinaamse boerderijen, heel veel chinese winkels,
erf honden, en nog veel meer.
Bob nam ons mee uit eten bij de chinees. Dat was lekker en het word anders klaar
gemaakt dan de chinees in Nederland. Thuis liet Bob ons zijn stoere jacht en
leger foto's zien.
Woensdag gingen we de Suriname rivier op naar Domburg. Daar zou het rustiger ankeren zijn, minder stroming en met meerboeien. Dat gaf ons een prettiger gevoel als we in het binnenland zouden zijn. Onderweg bezochten we een scheepswerf waar de Sepia en de Happy Monster al afspraken hadden gemaakt om daar de kant op te gaan. Goedkoper dan op Trinidat. Wij willen alleen nog zekerheid hebben dat er lak of hardhout olie besteld kan worden. Helaas de directie was niet aanwezig. We hebben betaald voor een trip naar het binnenland die we vrijdag tot en met maandag gaan doen.
Donderdag gingen we met de Sepia en de Happy Monster met de bus naar de stad op zoek naar verf. Wij konden niets vinden, wel was er genoeg antifouling te verkrijgen. Lekker bami gegeten en wat ge-internet. Wij hebben ook onze was kunnen inleveren bij een hotel. Daar heeft een heel aardige wasvrouw onze was gedaan, wel stiekem. Om 19:30 was de was klaar. Helaas ging er geen bus na 18:00 uur naar Domburg. Maar er zijn genoeg mensen die als taxi geld willen verdienen. Na een rondje aanbiedingen konden we voor 30 SRD naar Domburg.( 1 Surinaamse Dollar = 1/3 Euro)
(Saskia)
"Kom, dan doen we of we kadaver
zijn!" We zwemmen in de rivier bij de lodge waar we logeren. In de boom
zitten aasgieren maar ze trappen er niet in als we ons voor dood laten drijven
in het water. Sterker nog, ze vliegen gewoon weg.
We hebben een tocht geboekt in het binnenland en zitten nu in een lodge bij
de Raleighvallen en drie uur lopen van de Voltzberg. Vrijdag zijn we met de
auto en de koreaal gekomen. Een lange tocht door het oerwoud. Om half zeven
met de taxi naar Paramaribo waar we in de jeep stappen en de weg naar Witagron
nemen. Een weg van rode aarde waar ik zelf misschien 20 kilometer per uur zou
rijden vanwege de vele hobbels en kuilen maar waar wij met 80 km per uur overheen
reden. Af en toe zaten we tegen het plafond. Na ongeveer 4 uur over de hobbels
komen we aan bij de Coppenamerivier waar we overstappen op de koreaal. Een lange
smalle boot ( een uitgeholde boomstam )met buitenboordmotor die ons verder brengt
naar de lodge. Dit is de enige manier om daar te komen er loopt geen weg. Het
gaat in een flink tempo en eind van de middag mogen we in onze kamers. Eindelijk
een gewoon bed met een douche! Wat een luxe. In de rivier kunnen we zwemmen.
Er zijn toekans en ara's te zien en natuurlijk de aasgieren met enorme vleugelwijdte.
Bij de huisjes hebben ze kolibrie voederhuisjes opgehangen waar de kolibries
omheen zoemen. Er zijn ook half tamme aapjes die komen als je ze met een banaan
lokt. Het is heerlijk om al die dieren om je heen te zien. Zelfs de vogelspin
die in een spleet in een boom leeft is niet zo eng als je hem van dichtbij bekijkt.
De bosspin, familie van de vogelspin, valt van dichtbij ook mee. Niet aanraken
want hij schiet haartjes naar je waar je koorts van krijgt.
Zaterdag beginnen we met een stevig ontbijt waarna we een wandeling naar de Voltzberg maken. We nemen wat bagage mee want we overnachten in een huisje in de buurt van de berg. Het is een flinke tocht door het oerwoud maar het is prachtig. Ik was altijd in de veronderstelling dat het oerwoud vol enge beesten zat maar op wat grote mieren na niets gezien. De geluiden echter zijn ongelofelijk. Krekels en chicades maken geluiden alsof je een scheerapparaat hoort of een auto alarm. Ook alle soorten ringtones zijn hier te horen. En als je denkt een vogel te horen blijkt het een kikker te zijn. Het is er nooit stil. Soms beginnen de brulapen te brullen. Over kilometers afstand kan je ze nog horen.
Na een wandeling van 4 uur komen we aan bij de berg. Hier staat een hutje van
Stinasu. De natuurmonumenten van Suriname. Dat is een flinke tegenvaller. Het
huisje is nog vies van de vorige huurders en aan de buitenkant zit een flink
wespennest. Het toilet is een ouderwetse kakdoos met deksel erop. Er blijken
niet genoeg hangmatten te zijn en eigenlijk is er ook wel erg weinig ruimte
om de rest van de hangmatten allemaal op te hangen. Het eten die avond is ook
niet echt fantastisch: witte rijst met zoute vis of knakworstjes en mais. De
stemming in de groep wordt een beetje opstandig. Als het donker is geworden
gaan we het woud in om te kijken of we dieren zien. Het heeft een hoog groep
8 nachtspel gehalte en we zien ook niets. Terug drinken we nog wat bij het kampvuur
en daarna ga ik slapen. Maar het blijkt koud en vochtig te zijn dus dat slapen
valt niet mee. Ik lig op een stretcher omdat ik bang ben dat mijn rug de hangmat
niet overleeft maar behalve de stretcher is er niets. Geen hoofdkussen en geen
laken. Ik lig met mijn hoofd op de natte handdoek en met al mijn kleren aan
en mijn regenjas over me heen heb ik het nog koud.
De volgende morgen blijkt dat iedereen slecht heeft geslapen van de kou en het gebrek aan hoofdkussen. Toch beginnen we om 5 uur met wandelen zodat we op tijd op de Voltzberg zijn om de zonsopkomst te zien. Een korte maar flinke wandeling. De berg is een afgeronde rots waar je via de rug omhoog kan. Het lijkt alsof je op asfalt loopt. Het is net zo zwart en glad. De zonsopkomst is betoverend en niet op camera te grijpen. We genieten van het woud wat tot leven komt. De brulapen beginnen in de verte weer dramatisch te brullen. Als de zon helemaal op is klossen we weer naar beneden voor het ontbijt. Er blijken niet genoeg broodjes te zijn dus we beginnen met een noedelsoepje. Er is genoeg pindakaas en jam dus daar doen we lekker veel van op ons broodje. Het is een wat vreemde combinatie maar als je trek hebt...
Begin van de middag zijn we weer terug bij de lodge waar we lekker kunnen zwemmen en relaxen. We zouden nog naar een waterval gaan om te zwemmen maar om een of andere duistere reden gaat dat niet door. In plaats daarvan mogen we vanavond kaaimannen kijken. We zwemmen wat in de rivier en genieten van de dieren op het eiland. Na het avondeten ben ik zo moe dat ik het wel geloof met de kaaimannen en lekker naar bed ga. Gelukkig hangt boven het bed een klamboe want hoe mooi alle spinnen en insecten van een afstandje ook zijn, ik hoef ze niet in mijn bed.
Na al die tijd op zee te zijn geweest valt het mijn spieren erg zwaar ineens zoveel activiteiten te moeten ondernemen. Het duurt even voordat ik weer rechtop kan staan als ik uit mijn bed kom. Toch hebben we maandag nog een wandeling naar de Moedervallen. Vooral mijn kuiten hebben het zwaar te verduren gehad. Verder zit ik onder de jeukende bultjes, mijn enkels zijn het smakelijkst want daar zitten de meeste.
(Wouter)
30 jaar geleden ben ik ook over deze
weg naar het binnenland geweest. Toen kon dat nog met personenauto's. Dat gaat
nu niet met die grote kuilen met water. Op sommige plekken is de weg erg smal
door het opdringerige oerwoud. Er rijden vrachtauto's met boomstammen richting
de stad en die vernielen de weg verder.
Een koreaal is een uitgeholde boomstam met aan
de zijkanten verhoogd met lange planken. Prachtig hoe de boslandcreolen de weg
weten op het water. Plotseling vlak langs de kant varen, diagonaal oversteken
en rakelings langs rotsen varen. Voor zit een man mee te kijken naar ondieptes
en rotsen en soms stuurt hij bij om scherpe bochten te kunnen maken met de lange
koreaal (koproer). Bij het naderen van een stroomversnelling zie je de verhoging
die we moeten oversteken om achter de rotsen te komen. In de stroomversnelling
hoor je de bb-motor meer toeren maken door de luchtbellen en draaikolken waar
we door heen varen.
Langs de kant zien we nog de kont van waarschijnlijk
een tapir , veel vlinders
op de strandjes, ijsvogels scherend rakelings over het water, schreeuwende ara's
en worden we kletsnat van een korte heftige regenbui.
Waar wij 3 uur over deden, deed een drager 1,5 uur over om onze drank, eten
en de slaapspullen naar de hut van de Voltzberg te brengen. Tijdens het vuurtje
stoken bij de hut verbrandde Iwan zijn enkel. In het basiskamp heeft gids Bonito
zijn brandwond behandeld met schors van een bepaalde boom. Er vormde zich een
doorzichtige beschermde laag op de wond. Bonito heeft dit en nog veel meer geleerd
van zijn opa. We keken vol bewondering mee tijdens elke behandeling.
Ook mijn enkels en knieholtes waren het aantrekkelijks voor de muskieten. De kunst is om het jeuken te negeren, want krabben maakt het alleen maar erger. Makkelijker gezegd dan vol te houden.
Bij de Moedervallen zagen we 3 otters verbaast naar ons kijken. Half uit het water opkijkend dreven ze door de stroomversnelling uit zicht. Onderweg moesten we een omweg maken want wespen waren een heel groot nest aan het maken aan een omgevallen boom.
De vliegtocht terug was prachtig. Een dichte deken van groen onder je. Het leek
net 1 grote broccoli. Onderbroken door kronkelende rivieren, rood kleurige wegen
en afgelegen dorpjes die alleen bereikbaar zijn via de rivier.
In de buurt van Paramaribo was heel goed
te zien hoe alle was verdeeld in kavels met lange rechte zandwegen.
(Wouter) Het is nog kleine regen tijd in Suriname en dat is goed te merken. De Schorpioen is nog nooit zo vochtig geweest als afgelopen dagen. Wij hebben zelfs elk een paraplu gekocht. Die gebruiken wij ook als buiskap bij de kajuit ingang. Als we de deurtjes zouden sluiten tijdens een lange heftige regenbui dan werd het een sauna binnen. Na een regenbui van enkele uren stond in de bijboot een flinke laag water. Die moest wel eens 3 keer per dag omgedraaid worden.
Het is best gezellig in Domburg.
Zeker in het weekend, dan komen veel Surinamers met de auto naar de waterkant
met drank, eten en muziek. Het is een komen en gaan van pronkende auto's met
luide muziek. Ook groepjes op de brommer komen langs. Op de markt verkoopt men
dan meer lekkere hapjes
Verder zitten we vaak bij Oma. Dat is een oude vrolijke vrouw van in de 70.
Daar worden veel Djoggo's gedronken. Dat zijn glazen liter flessen met Parbobier.
Zaterdag kwam ik een bekend persoon tegen op het terras van Oma. Later blijkt
het Eric Ottevanger, voormalig politiechef van Rotterdam, hij heeft mij beedigd
tijdens mijn opleiding.
Zondag had Sander een BBQ geregeld. Het was een grote groep Nederlanders; zeilers,
vissers die hier werken en wonen, vakantiegangers en Eric van touroperator Metz.
Helaas ligt Domburg een half uur met de bus van Paramaribo. 's Ochtends rijden er veel bussen naar de stad, maar 's middags niet meer zo veel en de laatste rijd rond half zes naar Domburg. Daarna moet je onderhandelen voor een rit per "taxi". Er zijn legale taxi's maar veel meer illegale. Voor ongeveer 40 SRD (12€)brengen ze je naar Domburg.
We zijn ook op de fiets naar Paramaribo
geweest. Veel leuke reacties kregen we van verbaast kijkende mensen. Die zullen
vaak gedacht hebben: Gekke bakkra's op die kleine fietsen.
We zijn op bezoek geweest bij familie Beems. Zij wonen naast de marinekazerne.
De familie Beems woonde ook in Wageningen. Alleen mevrouw Beems was er en had
al gehoord dat we in Suriname waren.
Om tien over drie kwamen we eindelijk aan bij scheepswerf Sevihas, helaas mochten
we er niet meer op van de strenge bewaker, want de directie was 10 minuten geleden
al naar huis gegaan. Op de scheepswerf wilden we 2 pendulum roeren laten maken
voor de windvaan.
Dan maar verder naar de immigratiedienst. Daar werden wij ontvangen door een
strenge dame. Saskia's bemanningslijst was niet goed. Saskia moest daar een
nieuwe maken, op een heel papier ipv op een halve. Ook vreemd dat alleen op
dat afgelegen kantoor aan de Coppenamestraat ver buiten het centrum in- en uitstempels
gehaald konden worden.
Het was wonderbaarlijk nog steeds droog, dus zijn we terug gefietst naar Domburg.
Pijnlijke billen hielden we er aan over. We hadden voor het laatst op Grand
Canaria gefietst en dan nu ruim 50 Km.
De volgende dag ben ik met de fiets
in de bus naar de scheepswerf gegaan en heb 2 pendulum roeren van hardhout kunnen
bestellen voor 190 SRD (60€). Na het weekend haal ik ze op.
Op de fiets ben ik naar het bedrijf van Feddo en Olrik Beems gegaan. Olrik is
een oude schoolvriend uit de Wageningen periode. Feddo kon zich er niets van
herinneren. Na het laten kraken van mijn mobiel heb ik met de Surinaamse prepaidkaart
een ontmoeting met Olrik kunnen maken. Hij was aan het drinken met zijn zakenvrienden.
Daar schoof ook oa de directeur van de Staatsolie bij. Olrik en Feddo leveren
zware machines en onderdelen o.a. aan de bauxiet, olie en goud winning. "Ik
ga je later zien, ik bel je", aldus Olrik.
Woensdag 25 januari:
We zijn een half jaar onderweg !!!
Vandaag zijn we met Bodeco reizen naar de plantages geweest. We hadden nogal
wat klachten over onze binnenland tocht en kregen daarom als excuus een dagtocht
aangeboden. Het was een tocht over de Surinamerivier naar Fort Amsterdam waarna
we verder gingen over de Commewijne rivier naar verschillende plantages. Ook
stopte we in Marienburg waar we de resten van de rietsuikerfabriek bezochten.
(Saskia)
Vanochtend naar de kerk geweest in Wahatti,
een boslandcreolendorpje aan de Cottica rivier. Het was erg ontroerend want
speciaal voor ons werd veel in het Nederlands nog eens uitgelegd en bij het
gebed vroegen ze ook nog eens extra zegen voor ons.
Samen met de Sepia zijn we donderdag vertrokken uit Domburg om via de Suriname
rivier en de Commewijne rivier naar de Cottica rivier te varen. In een kreekje
halverwege zijn we gestopt. Het liep ook al tegen de avond en we wilden wel
voor het donker ankeren. Midden in het kreekje hebben we het anker uitgegooid.
Daarna de Sepia aan ons vast. We sprongen meteen in de bijboot om de rest van
het kreekje te onderzoeken. Wouter wilde erg graag de kant op en had speciaal
voor die gelegenheid ook een houwer gekocht. Ik durfde niet mee de kant op en
bleef in het bijbootje wachten. Na twee minuten kwam hij al weer terug, nog
vol met muggen die hem wel lekker vonden. Tja, dat krijg je als je eigenwijs
bent en je niet in wil smeren met antimuggengel. Toen het donker was hebben
we een DVD'tje gekeken bij de Sepia aan boord. Wel een beetje bizar dat de eerste
film die ik sinds vertrek zie Shark Tale midden in het oerwoud is.
De volgende ochtend hebben we tijdens het koffiedrinken allemaal apen om ons
heen. Doodshoofdaapjes en grotere, donkerbruine met gele armen. Ze blijven een
tijdje en verdwijnen dan weer het oerwoud in. Hierna varen we verder naar de
Koopmanskreek. Vanaf hier is het nog maar een paar mijl naar het dorp maar we
wilden daar niet 's avonds aankomen dus gooiden we daar het anker uit. Vervolgens
begon het flink te regenen en dat was pas de volgende ochtend afgelopen. Die
ochtend probeerde ik nog een filmpje te maken waar het geluid van een wevervogel
op staat. Ze maken een prachtig geluid maar natuurlijk iedere keer als ik het
probeerde te filmen stoppen ze ermee. Deze keer niet zoveel last van muggen
gehad maar ik had nu ook betere voorzorgsmaatregelen genomen. Voor alle openingen
in de boot zaten horren en ik had twee Chinese anti muggenwierook aan en ook
nog eens met Spaanse anti insectenspray gespoten. Die nacht niet gestoken maar
ik had wel hoofdpijn. Waarschijnlijk van al dat gif.
(Wouter)
Je moet goed uitkijken want er drijven
stukken bomen in de rivier. Om de tegenstroom te ontwijken varen we vlak langs
de kant en houden de binnenbocht. De rivier is best diep, ruim 10m in het midden
en tot vlak bij de kant hebben we ruim 2 meter onder de kiel. In een van die
bochten hoorde ik een beest adem halen. Ik zie een vrij groot grijs beest tussen
ons en de kant in het water. Het beest maakt een duik en we zien hem onder water
gaan met een brede platte staart. Waarschijnlijk was het een zeekoe.
Het water is niet helder dus veel meer zagen we niet.
Heel veel fel gekleurde groen met witte vlinders
steken de rivier over. Helaas lukt het maar niet eentje op de foto te krijgen.
Soms raken ze het water aan, drinken?
We waren eigenlijk op weg naar een Indianen dorp maar het eerste dorpje dat we tegen kwamen was het boslandcreolendorpje dus daar zijn we maar gestopt. Achteraf blijkt het Indianen dorpje waar we naar op weg waren nog maar uit 1 gezin te bestaan. We varen door tot het laatste gedeelte van het dorp waar de rivier weer een bocht maakt zodat we in de binnenbocht liggen (minder stroming) Daar ankeren op een manier die we nog nooit eerder hebben gedaan maar die wel erg goed werkt. Vooral de lijnen naar de kant zijn handig als 's avonds de Suralco duwboot langskomt. Hij ligt erg diep en zuigt behoorlijk aan ons maar we blijven prima aan de kant liggen. Dat is trouwens ook een hele ervaring als zo'n boot langs komt. Al een hele tijd van te voren hoor je zijn motoren ronken. Dan zie je het licht van de schijnwerpers en dan duurt het nog even voor het schip zelf komt. Lijkt me spannend varen met zo'n groot schip in het donker in zo'n bochtige rivier.
Als we liggen gaan Frank en Wouter het dorp in om toestemming te vragen aan
de kapitein (baas van het dorp). Die blijkt er niet te zijn maar de basja wel.
Die is een soort hoofd van de politie en hij geeft toestemming dat we mogen
blijven liggen. Op de terugweg worden ze uitgenodigd voor de koffie op school
dus even later gaan we met zijn vieren op bezoek bij de school. De drie juffen
wonen bij de school. We spreken met Juf Eeswijk, zij is de juf van groep 1,2
en 4. Bij elkaar 18 kinderen. De kinderen leren Nederlands op school maar spreken
thuis Sranangtongo vooral voor de jongere kinderen geeft dat nog wel eens problemen.
Net als in Marokko bepaalt de regering waar je gaat werken als je klaar bent
met de PABO. Zo is deze juf hier terecht gekomen. Met de boot en dat terwijl
ze bang is voor water.
(Saskia) Gisteren geankerd in de monding van een kreekje. Helemaal verkeerd gekozen omdat er een rare kolkende, draaiende stroming stond waardoor we midden in de nacht enorm tekeer gingen achter ons anker. We lagen weer met z'n tweeen achter ons anker en probeerden het draaien te stoppen door de ankerketting in het midden tussen de twee boten te houden. Toen we eindelijk weer gingen slapen hoorde ik bij de Sepia het ankeralarm afgaan. Even later bleken we al bijna midden op de rivier te liggen. Dus snel eruit, losmaken van elkaar en opnieuw ankeren. Dit keer ieder achter zijn eigen anker en dat ging beter.
(Wouter)
Tijdens het ophalen van het anker gebeurde
tijdens het draaien aan ankerlier niets. Is de as afgebroken ! Kopen we een
handankerlier omdat je alleen maar ellende las over elektrische ankerlieren,
breekt onze al na 2 jaar uit elkaar. Ben benieuwd wat George Kniest kan doen?
Vanmorgen kwam een lege duwbak langs de rivier op varen. Een klein babbeltje
over de marifoon gemaakt met de vrolijke engels sprekende schipper.
De digitale uitlezing van het log en de dieptemeter hebben nog steeds last van
het vocht. Gisteren zag ik dat er een 8 voor de logstand is gekomen ipv een
nul, van 008864 naar 088864. Staat wel stoer, dit is meer de logstand van over
7 jaar.
(Wouter) Sinds woensdag hebben we een auto gehuurd voor een week. Ik heb me al redelijk aangepast aan de Surinaamse rijstijl, dus we gaan lekker snel door Paramaribo. Tijdens het toeren door de omgeving hebben we bij scheepswerf Sevihas onze 2 mooie pendulumroeren af gehaald. Ze zijn van purperhart gemaakt en blijven deze kleur houden.
Donderdag zijn we naar Wageningen
gegaan. Ik heb daar gewoond van begin 1973 t/m juni 1977. Wageningen was toen
het grootst gemechaniseerde rijstbedrijf ter wereld. Nu ligt alles stil en wacht
men op een overname door de rijke rijstboer Mangli uit Nickerie. Het is afwachten
op het besluit van de regering. Er is niet veel veranderd in die 30 jaar. Veel
staat er nog in verwaarloosde toestand. Ik heb veel terug kunnen vinden en herkend.
We hebben ook de ouders van Bob Mangal ontmoet. Het was erg gezellig. Er was
veel te vertellen. Eind van de middag zijn we naar Nieuw Nickerie gaan. (Brits)
Guyana was nog net te zien aan de overkant van de rivier. Nieuw Nickerie ligt
in het uiterst westen van Suriname, 240km van Paramaribo.
We hebben daar overnacht in een hotel.Voor het eerst sinds de Canarische Eilanden
hadden we een warme douche !. Achter de laptop met de Iridium telefoon heb ik
lekker gemaild. Ondertussen zapte Saskia alle Surinaamse tv zenders rond en
heeft een aflevering van Desperate Houswifes gezien.
Vrijdag hebben we overnacht bij de familie Mangal. Frank heeft ons de verbouwing
laten zien die hun huis nu ondergaat. Ook zijn werkplaats op het balkon, Frank's
Electronics. Frank repareert alle electrische apparatuur van Wageningen.
(Wouter)
Zondag zijn we naar Joden Savanne gegaan.
De weg gaat na Moengo over van asfalt in aluinaarde, rode aarde. De weg zit
vol kuilen. Je kan niet harder rijden van 40km/uur. We rijden ook meer in het
oerwoud en het begint heuvelachtig te worden. Na 2 uur zwoegen op de weg komen
we aan bij de brug over de Saramacca rivier. Die blijkt er niet meer te zijn,
op verrotte delen na. Een nieuwe brug is in aanbouw. Wel kunnen we met een veerpontje
over. Volgens de veerpontschippers is de weg aan de overkant goed, want het
heeft de laatste dagen niet geregend. Tijdens de oversteek begint het te regenen.
Aan de overkant informeer ik in een kampwinkeltje van een idianendorp hoe ver
het nog is. "Nog 3 km", werd me verteld. Ze waren goed dronken weekend
aan het vieren met luide muziek.
Net als we het dorp verlaten komen we een mega plas tegen. Ik loop door de plas
om de diepte te bepalen. We durven het niet aan en keren om. Verbaasd ziet de
veerpontschipper ons weer verschijnen.
Op de terugweg staan 2 boslandcreoolse dames te liften. Op de achterbank praten
ze aan een stuk door en moeten lachen om andere lifters die we passeren. Hun
taal klinkt prachtig zangerig. Tussen het saramaccaans horen we het Nederlandse
woord "afspraak", grappig dat ze daar alleen een Nederlands woord
voor hebben.
Ondertussen schuiven we met de uitlaat en de onderzijde van de huurauto over
de randen van grote kuilen. De regen heeft de weg glibberig gemaakt en de plassen
goed gevuld, dus het blijft een verrassing hoe diep ze zijn.
's Avonds doen we weer mee met een Nederlands BBQ in Domburg, aangevuld met
Nederlandse varkensboeren. Het is weer ontzettend druk en gezellig rond de markt.
Ook de Surinaamse Harley Davidson motorclub komt zeer luidruchtig een rondje
maken. Prachtig die stofwolken door het gebrul van hun uitlaten.
Maandag zijn we in Albina geweest, een afstand van 150 Km van Paramaribo, in het oosten van Suriname. In Albina kan je met de koreaal naar Frans Guyana. Maar ze verdienen het meest van de passagiers van de overkant. Op de 8ste van de maand wordt er uitbetaald door Frankrijk en komen ze massaal naar Suriname. Frans Guyana is een overzees stukje Frankrijk. Het is hier goedkoper en ze gaan naar de casino's in Paramaribo. Verder was er niets te beleven in Albina. Ook hier krabbelt men langzaam op na de gevolgen van de binnenlandse oorlog.
In de supermarkt Choise kan je
veel typische Nederlandse boodschappen doen. In de airco winkel betaal je daar
veel voor; hagelslag, drop, kaas, bloemkool tot zelfs boer'n kwark voor 9 Euro.
Heerlijk na 6 maanden.
De huurauto hebben we rode stof vrij laten wassen
en stofzuigen. We mochten daar niet rijden van het verhuurbedrijf. Ook hebben
we onze uitstempels gehaald met de datum 8 februari. Maar we hebben ook onze
helmstok bij de scheepswerf Sevihas achter gelaten om een reservere helmstok
te laten maken. Die is pas maandag gereed. Alles waarvan we denken dat kapot
kan gaan laten we een reserve van maken, dan blijft het heel.
In het luxe hotel Torarica hebben we een sauna genomen. Klinkt vreemd voor in
de tropen, maar het was heerlijk. We roken en voelden ons even fris. De was
hebben we ook laten doen in een hotel door de vriendelijke wasdame Aurita. De
boot is ook schoon gemaakt. We zijn bijna gereed om Suriname te verlaten.
Van het weekend gaan we naar Domburg
om de laatste dingen te regelen voor het vertrek naar Tobago; water en diesel
tanken en de bijboot opvouwen. Ook afscheid nemen van de Happy Monster, de Witte
Raaf, Eep, Oma, de Erna, Sander, Bob, en nog veel meer.
Tobago ligt op een afstand van 480M, waar we eind van volgende week zullen arriveren.
We gaan na het weekend naar Man of War Bay voor het plaatsje Charlotteville,
op advies van de Antares. Misschien komen we onderweg de Odyssea tegen. Zij
zijn nu op de Cotticarivier.
(Wouter)
We zijn vandaag niet vertrokken uit Domburg naar Tobago. Niet omdat het vandaag
de 13de is maar omdat het maken van de reserve helmstok langer gaat duren. Als
het goed is kan ik die morgen afhalen, eerst bellen. Vanochtend heb ik Jan Willem
en Petra van de Witte Raaf aan de wal gebracht want zij gaan voor 5 dagen het
binnenland in. Daarna ben ik naar de polikliniek gegaan voor de huisarts. Ik
heb een zalfje en pillen gekregen om een kleine huidinfectie te bestrijden.
(Saskia)Tijdens
Wouters bezoek aan de huisarts ben ik naar de basisschool geweest alle klassen
bezocht en met een aantal van de leerkrachten en het hoofd gepraat. Morgen heb
ik afgesproken een les te geven in de twee groepen acht. (noemen ze hier nog
de zesde klas) Ik moet wel om kwart voor acht aanwezig zijn want om acht uur
is vlaggeparade en dat moest ik echt meemaken volgens het hoofd van de school.
Dinsdag 14 februari
(Wouter)
Ik ben met de bus en verder lopend naar
de scheepswerf gegaan in de hoop onze helmstokken op te kunnen halen. Helaas
dat ging niet. De houtchef verontschuldigde zich voor het uitlopen van de werkzaamheden.
Er was veel werk geweest en er waren zieken. Hij ging zijn best doen om het
morgen middag af te hebben. Dan maar een dag later vertrekken. We willen dan
morgen eind van de middag met de Schorpioen langs de werf gaan en daarna bij
Paramaribo ten anker gaan. De volgende dag gaan we dan met de ebstroom de zee
op. Ons plan is om naar Charlotteville op Tobago te gaan. We hebben al gedag
gezegd tegen Hans en Dory van de Happy Monster, Joop de werfbaas van de vissers,
Andre de havenmeester en Siem. Gisteren gedag gezegd tegen Petra en Jan Willem
van de Witte Raaf.
(Saskia)
Vandaag een aardrijkskunde les gegeven in de twee zesde klassen van de basisschool
in Domburg. De kinderen luisterden met open mond naar mijn verhaal over de reis
die we tot nu gemaakt hebben. Ik had mijn zeilpak meegenomen en die de langste
leerling uit de klas aan laten trekken. Compleet met reddingsvest en lifeline.
Ze vonden het erg leuk. De kinderen op school zijn bijna eng beleefd tegen je.
In het begin waren ze zo stil, bijna comateus. Gelukkig kwamen ze later een
beetje los en stelde ze leuke vragen. Ze beginnen iedere ochtend met de vlaggeparade.
Alle klassen staan met hun juf op het plein en drie kinderen hijsen de vlag
terwijl iedereen het volkslied zingt. Daarna gaan de kinderen in de rij staan
bij de klas en mogen ze daarna als de juf het zegt naar binnen. Eerst de meisjes,
dan de jongens. Best gedisciplineerd. De school begint om 8 uur en om 12 uur
zijn ze klaar. Sommige kinderen moeten dan nog met de boot de rivier over om
thuis te komen
Woensdag 15 februari
(Wouter)
Ik ben nog naar de kapper geweest. Er werd geen woord gesproken. Toevallig was
er vanochtend weer een prullenbak met haren in de rivier gegooid. Over 7 jaar,
dan ...... Na alle sandwichspread opgekocht te hebben in de supermarkt bij de
pompstation zijn we naar oma gegaan en hebben afscheid genomen van haar en Radha.
We varen snel naar de scheepswerf waar onze helmstok nu klaar moet liggen. Er
moest alleen nog een gat geboord worden. Aanboord blijkt dat er nog ongeveer
1 mm afgeschuurd moet worden. Hij past net niet, maar dat schuren we zelf wel
bij.
Bij Torarica zagen we een klassiek zeiljacht ten anker, de Rob. Zij kwamen van
Tobago, waar zij 1,5 jaar hadden gelegen. We gaan een mooie tijd daar beleven,
aldus de Rob. De afspraak met Bob ging helaas weer niet door. Olrik zag ons
varen op de Suriname rivier en heeft ons uitgenodigd bij zijn stamkroeg. Na
een colaatje gingen we op Olriks advies naar het pannenkoeken en poffertjes
café, maar het was een kleffe pannenkoek met spek waarin van die witte
harde stukken zaten, brrr... We hadden beter nog een keer roti kunnen halen.
Het laatste papiergeld hebben we omgeruild voor US dollars en het muntgeld aan
een bedelaar gegeven. Wij zijn er klaar voor! Op naar Tobago !